her- - hij zou een cent in tweeen bijten
- het hart hoog dragen
- het hart op de goede plaats dragen
- het hart op de lippen hebben
- het hart zonk hem in de schoenen
- het hazekiezen
- het hazepad kiezen - пуститься наутёк
- het hebben over: говорить о чём-л./ком-л.
- het heden
- het heeft de ganse morgen geonweerd
- het heeft heel wat voeten in de aarde
- het heeft hem niet mogen gelukken
- het heeft niet veel om 't lijf
- het heeft veel voeten in de aarde
- het heer der sterren
- het heet, dat ...
- het heet, dat...
- het Heilig Avondmaal
- het hek is van de dam
- het hele zwikje
- het hemd is nader dan de rok
- het hemd van het lijf stropen
- het hemd van het lijf vragen
- het heugt mij
- het hoekje omgaan
- het hof maken
- Het Hoge Noorden
- het hoge noorden
- het hoge woord is er uit
- het hoofd bieden aan
- het hoofd boven water houden
- het hoofd in de schoot leggen
- het hoofd kwijt raken
- het hoofd kwijtraken
- het hoofd laten hangen
- het hoofd op hol maken
- het hoofd over breken
- het hoofd warm maken
- het hoofd wassen
- het hoor en wederhoor toepassen
- het hoort niet